Afbeelding

Kinderen cbs Groen van Prinsterer in contact met scholieren op de Filipijnen

Algemeen

NIEUWE PEKELA - Leerlingen van cbs Groen van Prinsterer uit Nieuwe Pekela hebben deze week, via een live-videoverbinding, contact gehad met twee basisschoolkinderen op de Filipijnen.

De leerlingen stelden elkaar over en weer vragen: Wat is jouw lievelingsdier? Hoe ziet jouw dag eruit? Wat doe jij in jouw vrije tijd? Hoe is het leven in zo’n koud land als Nederland? Er waren veel overeenkomsten, maar ook verschillen. Zelfs de leerkrachten waren verbaasd toen de leerlingen uit de Filipijnen vertelden dat hun schooldag ’s ochtends om kwart over zeven begint en pas eindigt om vier uur in de middag.

Schooluniform 

De grootste discussie ontstond na het videobellen en ging over het verplichte schooluniform dat de leerlingen op de Filipijnen dragen. Sommige kinderen van cbs Groen van Prinsterer vonden het mooi, anderen vonden het zielig. ,,Door het schooluniform kan je niet meer zien welke kinderen rijk zijn en wie arm”, was een van de argumenten. ,,Maar door het dragen van een schooluniform kan je ook je eigen identiteit niet meer laten zien”, werd daartegen ingebracht. Het leverde mooie gesprekken op.

Sparrow

Het videobellen was ter introductie van het jaarproject van cbs Groen van Prinsterer. Elk jaar kiezen zij een goed doel uit waar zij voor gaan sparen. Dit jaar is gekozen voor de Groninger stichting Sparrow. Zij geven studiebegeleiding aan kinderen uit de krottenwijken van de Filipijnen.
Leonie de Vries, leerkracht op de Groen van Prinsterer, is enthousiast over het videobellen. ,,Door het live-spreken met de sponsorkinderen van stichting Sparrow op de Filipijnen gaat het doel echt leven.”

‘Geen zielige kinderen’ 

Ook Remco Pijper, directeur stichting Sparrow, is enthousiast. ,,Door het videobellen proberen we een verbinding te leggen tussen kinderen in Nederland en de Filipijnen. We willen laten zien dat kinderen die in armoede opgroeien geen zielige kinderen zijn, maar ontzettend veel overeenkomsten hebben met de leerlingen in Nederland. Dit zorgt voor meer acceptatie voor mensen ver weg, en hopelijk ook voor kinderen dichtbij die misschien anders zijn dan jij.”